Wat kunnen universiteiten doen om de analytische vaardigheden van hun studenten te verbeteren?

Devin van den Berg

Devin van den Berg

Universiteiten in heel Nederland zijn op zoek naar manieren om vaardigheidsonderwijs een prominentere plek te geven binnen hun opleidingen. Bij vaardigheden denken we vaak aan presentatie- of communicatievaardigheden, maar ook op het gebied van analytische vaardigheden is er nog veel te winnen.  

 

Maar de universiteit is toch juist de plek waar je analytische vaardigheden aanleert? 

Dat is deels waar. Voor veel mensen is de universiteit de plek waar ze hun analytische vaardigheden hebben ontwikkeld. Door ieder blok meerdere papers te schrijven en tentamens te maken ben je veel aan het analyseren. Dat is uiteraard goed voor je analytische vaardigheden. 

 Maar dat is niet de beste manier om een vaardigheid aan te leren. Je kunt het vergelijken met het beoefenen van een sport. Als je maar vaak genoeg op de tennisbaan staat ga je vanzelf de bal over het net en binnen de lijnen slaan. Maar om echt goed te worden moet je beschikken over een goede basistechniek. Daarom kiezen de meeste mensen ervoor om eerst tennistraining te nemen en pas daarna zelf de baan op te gaan. Hetzelfde geldt voor analytische vaardigheden. Je verbetert ze door te doen, maar een solide basis maakt het veel makkelijker een hoog niveau te bereiken.

Aan die basis wordt echter weinig gewerkt. Een van de redenen hiervoor is dat de meeste onderwijzers zelf nooit de basis aangeleerd hebben gekregen. Ook zij leerden deze vaardigheden door beloond te worden wanneer ze bij een scriptieopzet goede verbanden wisten te leggen en door feedback te krijgen wanneer ze in een paper niet de goede deelvragen wisten te vinden. Dit zijn echter heel impliciete manieren om een vaardigheid aan te leren.

Het gevolg is dat studenten met aanleg voor analytische vaardigheden in staat zijn om hun vaardigheden beetje bij beetje bij te schaven, terwijl de studenten die “het niet zien” het ook niet gaan zien. Zo worden de verschillen alleen maar groter. Tegelijkertijd maakt het niet aanleren van de basis het ook voor studenten met aanleg moeilijker om hun talenten optimaal te benutten.

 

Hoe zou je die basis dan aan moeten leren? 

Een van de beste manieren om deze basis aan te leren is door complexe begrippen als analyse, bewijslasten en kritisch doorvragen eerst te vatten in eenvoudige modellen die je direct kunt toepassen.

Zelf leerde ik een aantal van deze modellen door tijdens mijn studententijd mee te doen aan internationale debattoernooien. Het leuke aan deze toernooien was dat alle juryleden een uniforme manier hadden om argumenten te beoordelen. Dat was ook nodig, want als ieder jurylid een ander begrip heeft van wanneer een argument goed is, is een uitslag volledig willekeurig en kun je dus geen toernooien organiseren. Doordat alle juryleden argumentatie op dezelfde manier benaderden, waren ze ook in staat om in dezelfde woorden feedback te geven. Het maakte niet uit of ik feedback kreeg van een Nederlands, Engels of Singaporees jurylid, allemaal gebruikten ze dezelfde termen waardoor ik op een systematische manier aan mijn vaardigheden kon werken.

Modellen voor argumentatie zijn ook goed toepasbaar op de universiteit. Het maakt namelijk niet uit of je een argument moet maken op een debattoernooi of in een scriptie, in beide gevallen moeten je argumenten goed onderbouwd zijn, moet je uitleggen waarom je argumenten relevant zijn en moet je in staat zijn de potentiële zwaktes in je eigen argumentatielijnen te herkennen.

 

Dus je kent de modellen, en dan?  

Na het aanleren van de basis is het belangrijk om zoveel mogelijk te oefenen. Bij het oefenen is het belangrijk om consistente en eenduidige feedback te krijgen. Want als een student bij het ene vak hoort dat zijn stuk “verdieping mist”, terwijl een andere docent het heeft over “een gebrek aan analyse” is het moeilijk om te zien wat je precies verkeerd doet en hoe je dat zou moeten aanpakken.  

Daarom is het belangrijk dat docenten dezelfde modellen hanteren. Op die manier ontstaat er namelijk een gemeenschappelijk begrip van wat we bedoelen als we het hebben over het “beter onderbouwen van een argument”. Ook ontstaat er hierdoor binnen faculteiten een gemeenschappelijk vocabulair om over analytische vaardigheden te praten. 

Voor studenten betekent dit dat zij bij verschillende de vakken met dezelfde woorden feedback krijgen op hun analyse. Zo’n uniform vocabulair en vakoverstijgend begrip van wat analytische vaardigheden zijn, helpen studenten om op een gestructureerde manier hun vaardigheden te verbeteren.

Bel Ons

Op werkdagen zijn we te bereiken via:

Mail ons

Is het makkelijker om te mailen?

Stuur een appje

Contact via Whatsapp?